vrijdag 24 april 2020

Een wereld van verschil.

Laat me beginnen met de situatie bij ons thuis te schetsen. Bart en ik hebben een zoon van vier jaar en een dochter van twee jaar. Lore ondergaat de maatregelen goed. Dit komt sowieso ook, omdat er voor haar weinig tot niets verandert. Ze gaat gewoon naar de onthaalmoeder. We zien haar vorderingen maken zonder dat ze veel extra stimulatie nodig heeft.

Bij Lucas is het echter een ander verhaal. Vorig jaar kwamen we erachter dat hij het syndroom van Claes-Jensen heeft. Een syndroom waarbij sprake is van een serieuze ontwikkelingsachterstand. Mits begeleiding zet Lucas toch stappen vooruit. Door het coronavirus viel alles van begeleiding stil. We probeerden dit thuis op te vangen. Bart en ik werken nog allebei, dus was het niet evident om deze begeleiding op ons te nemen. Wanneer we Lucas dingen wilden aanreiken, merkten we dat hij dit meer als een straf zag. Je zag hem in zichzelf keren en denken waarom hij dit thuis ook moest doen. Dingen die hij overduidelijk niet zo graag doet en die hij in de schoolse omgeving nog snapte dat het moest. Hij miste overduidelijk de schoolse omgeving. De structuur van: dat doe ik op school en dat doe ik thuis was helemaal weggevallen. Leerstof in de schoolomgeving of de thuisomgeving aanreiken is echt heel verschillend. Kinderen reageren daar heel verschillend op.

Vorige week uitten we onze bezorgdheid en dit werd opgepikt door de school. Er werd een regeling uitgewerkt waardoor Lucas toch begeleiding kon krijgen op school. Lucas heeft de eerste week begeleiding erop zitten en we zien na één week al zo'n groot verschil. Hij produceert weer woordjes, wat eigenlijk stilgevallen was. Hij zoekt weer meer contact. Zijn fijne motoriek gaat er weer op vooruit.  We zijn zo ontzettend dankbaar dat de school dit heeft kunnen regelen. We snappen dat het voor hun ook geen evidentie is in deze tijden. Hoe ze er echter staan voor onze Lucas is zo hartverwarmend. Mijn gemoed schiet er vol van.

We beseffen dat we geluk hebben. Er zullen sowieso kinderen van de lagere school en leerlingen van de middelbare school door de mazen van het net glippen, maar ook kleuters. Ouders die machteloos moeten toekijken hoe een negatieve invloed deze crisis heeft op hun kinderen, want ook al is het 'maar'  drie maand. Voor verschillende leerlingen zullen die écht het verschil maken. Natuurlijk gaat de volksgezondheid voor, maar toch is het als ouder heel pijnlijk om te zien én wordt nog maar eens heel duidelijk welke belangrijke rol leerkrachten spelen. Een rol die ouders in de maatschappij van vandaag niet kunnen overnemen. Ouders hebben zowel de vakkennis (en verstaanbare manier van overbrengen) als de tijd niet om hier voldoende mee bezig te zijn.







vrijdag 10 april 2020

Teruggekeerde rust in mijn hoofd.

Mijn vorig blogpostje was er één vol frustraties. Er waren wel positieve dingen, maar de frustraties namen de bovenhand en ik vond het toch ook belangrijk om die onder woorden te brengen. We moeten die niet zomaar vergeten of doen alsof ze er niet zijn. Een week verlof heeft de rust toch wat teruggebracht in mijn hoofd en doet mij denken dat het wel een heel negatieve blogpost was. Het deed precies alleen maar denken dat het enkel maar negatief is en dat is het zeker niet.

De negatieve dingen hakten er dieper op in, het was moeilijker om die te vergeten of te plaatsen. Nu wil ik vooral schrijven dat al de positieve dingen ook binnenkomen en ontzettend gewaardeerd worden.

Een paar voorbeelden die ik zelf meemaakte:
- Een klant die niet had stilgestaan wat een risico cash geld met zich meebracht en die met plezier toch met de kaart betaalde.
- Verschillende klanten die ons expliciet bedankten en hun waardering uitdrukten.
- Sommige klanten geven ons zelfs dingen, zo gaf een klant mij een tablet chocolade om te delen met de collega's. (Wat niet nodig is, maar zeker wel een mooi gebaar.)
- Klanten die speciaal aan de kant gaan als we moeten passeren. Afstand houden is echt iets moeilijk. Het is echt een automatisme dat we plots moeten afleren. We merken dit ook onder collega's, soms denken we later van 'oei, nu zijn we zelf ook geen afstand aan het houden.' Het is iets onnatuurlijk.
-...
Het zijn kleine dingen, maar ze maken zo'n wereld van verschil.

Volgende week vlieg ik er weer volop in. Tijd om een evenwicht te zoeken tussen de positieve en negatieve dingen.
Ook al is het niet altijd gemakkelijk en kunnen frustraties de bovenhand krijgen, we nemen die blijken van waardering ook zeker mee en vergeten die zeker niet. Het geeft ons de kracht om er elke dag de staan.
Dus ook zeker een dikke merci aan alle klanten die deze periode voor ons ook zo aangenaam mogelijk willen maken.

vrijdag 3 april 2020

De rust in mijn hoofd.


We zijn drie weken ver en ik krijg de rust niet in mijn hoofd. Ik probeer echt, maar het lukt niet.

Ik probeer mijn frustraties/angsten soms te uiten en dat lucht even op, maar een tijdje later zijn die toch terug. Er worden maatregelen genomen om de veiligheid van medewerkers en klanten meer te garanderen en daar ben ik blij om. Als ik mijzelf de vraag stel of ik mij nu helemaal veilig voel dan moet ik daar toch altijd negatief op antwoorden. Het blijft een onveilige situatie.

Frustraties om nonchalante klanten die precies denken dat al de maatregelen die buiten de winkel gelden opeens niet meer gelden. Het is alsof mensen denken dat omdat naar de winkel gaan nog mag dat daar de maatregelen ook losser zijn. Alsof personeel niet besmet kan worden of er in de winkel geen gevaar op besmetting is. Om enkele voorbeelden te geven:
- Klanten die rustig een praatje met elkaar maken. Hier spreek ik klanten wel altijd op aan dat dit niet de bedoeling is.
- Klanten die de afstand niet respecteren om toch maar iets uit het rek te nemen waar wij aan het uitzetten zijn. Ook daar probeer ik dan snel uit de weg te gaan. Klanten kijken dan raar op en moet ik alweer uitleggen dat ik aan de kant ga om de anderhalve meter te respecteren.
- Klanten die met hun ogen rollen als je ze vraagt om achter de lijn te wachten aan de kassa.
- Klanten die niet alleen komen winkelen. Ik snap dat verleiding groot is om samen te komen winkelen en te denken: ‘Zo erg zal het wel niet zijn als we met twee komen.’ De kansen op besmetting vergroten echter drastisch. Alle klanten die alleen komen winkelen en de winkelmedewerkers lopen zo extra risico op besmetting. We hebben al een grotere kans op besmetting dat het ondoordacht handelen van mensen echt als een slag in ons gezicht aankomt. De mensen die de kansen op besmetting kunnen verminderen en dan zo hun laars lappen aan de aangeraden maatregelen..
- ....
En jawel, klanten attent maken op deze dingen is deel van onze job geworden, maar is ook zo vermoeiend. Het is niet dat je één keer of twee keer zo'n opmerking moet maken per dag, maar minimaal 100 keer en dat is waarschijnlijk nog niet sterk genoeg uitgedrukt.
Het mentale aspect mag zeker niet geminimaliseerd worden.

Frustraties omdat de winkel moet blijven draaien en het gewone leven hier precies doorloopt. Het lijkt alsof wij gewoon ons werk kunnen doen, maar dit voelt totaal niet aan als gewoon ons werk kunnen doen. We doen veel meer dan op een normale werkdag buiten crisistijd.  Ik heb ook niet het gevoel dat dit helemaal naar waarde wordt geschat en dit genoeg gewaardeerd wordt.


Frustraties omdat opgelucht thuis komen ook relatief is, want je weet nooit of je die dag wel  of niet besmet bent en of je dierbaren kunt besmetten. Er zijn collega's die hun schouders ophalen en die zeggen van 'ach, de kans is groot dat we besmet geraken.' Er zijn collega's die het niet zo ernstig nemen en die denken 'Ik overleef het wel.' Je moest maar eens degene zijn die pech heeft.

Frustraties omdat we zogezegd met De schakel kunnen bellen als we een dipje hebben. Dit is niet gewoon een dipje. Het is een blijvende dip tot héél die crisisperiode achter de rug is. Dit 'dipje' stopt niet gewoon door er eens over te babbelen.


Jawel, ik kan niet anders dan heel gefrustreerd zijn en ik probeer dat zo goed mogelijk te verstoppen op de werkvloer, maar zo voel ik mij totaal niet. Het frustreert me ook dat ik dit verstop, want waarom in hemelsnaam zouden we hier niet mogen tonen dat het lastig is? Ik wil niets verbloemen.